Column: Transities! Maar welke koers?
Dinsdag 22 oktober 2024
Kijkend naar transities zie ik kleine veranderingen traag door het laagland gaan. Mag ik het beroemde gedicht van Marsman ‘Denkend aan Holland …’ zo parafraseren? Transities gaan langzaam terwijl het water aan onze lippen komt te staan. Weten we nog wel hoe te zeilen? Lezen we het kompas nog? Of doen we zomaar wat in de hoop dat het goed uitpakt? Wat gaan toekomstige generaties over ons zeggen? Zijn we helden die een steen hebben verlegd? Of verdwaasden die gedwee richting de afgrond kuieren? Weten we wel waar we naar toe willen?
Navigare necesse est zei Pompeius in de oudheid al. En wij, nazaten van de Batavieren, werden een zeevarend volk. Maar welke zee bevaren we nu eigenlijk? De zee van de economie? De zee van de mens? Of de zee van de natuur?
Het is alweer 8 jaar geleden, in 2016, tijdens de grote coöperatie-conferentie in Quebec dat Tom Webb zijn boek Global Co-operation presenteerde. 16 jaar eerder was hij key note speaker op diezelfde conferentie. Nu stond hij, gemarginaliseerd, tijdens een koffiepauze in een standje achteraf, zijn visie uit te dragen. Haast niemand luisterde. En ik kon hem in het geroezemoes van de honderden gesprekjes ook nauwelijks verstaan. Maar één ding maakte hij glashelder. We denken eerst economie. Daarna mens. En dan pas natuur. Terwijl de werkelijke wereld precies omgekeerd is. Eerst is er natuur. Uit die natuur komt de mens voort. En de economie dient vervolgens de mens.
Waarom zijn we dat vergeten en waarom navigeren we niet op de natuur maar op de economie? Voor dat inzicht reizen we met zeven-mijls-laarzen door de recente geschiedenis.
Tot het einde van de 18e eeuw dienden handel en economie de glorie van een natie. Maar toen begon de economie als wetenschap, met het beroemde boek van Adam Smith ‘The Wealth of Nations’. Let wel, dat is nog geen 250 jaar geleden! (1776) Op de geschiedenis van de mensheid -en zeker die van het heelal- slechts een fractie.
In het revolutiejaar 1848 schreven Marx en Engels ‘Het communistisch manifest’. Een radicale visie op economie als reactie op de grote industrialiseringsgolf die gepaard ging met armoede van velen.
Begin twintigste eeuw presenteerde John Maynard Keynes een gematigder sociaal-economische visie waarin hij ook de overheid een belangrijke sturende rol toekende.
Het rationeel egoïsme van Ayn Rand en de Friedman-doctrine (1970) maakten daarna gehakt van nuances. Bedrijven hebben geen andere maatschappelijke verantwoordelijkheid dan winst maken voor de aandeelhouders, schreef Friedman.
En in de tussentijd coöpereerden de coöperatoren voort. In de onderstroom waren er heel wat bedrijven die het anders deden. Maar de tijdgeest denderde dominant door.
It’s the economy stupid, sprak Bill Clinton en hij won er in 1992 de presidentsverkiezingen mee. Logisch, de Amerikaanse economie zat in een recessie en de liefde van de kiezer gaat door de portemonnee. Twintig jaar eerder had de Club van Rome weliswaar het rapport ‘Grenzen aan de groei’ uitgebracht maar de hoogtijdagen van corporate globalization moesten nog komen. The sky werd the limit voor alles wat ‘markt’ genoemd kon worden. In Nederland schudde Wim Kok in 1995 de ideologische veren af. Marktwerking en privatisering werden de slogans van paarse kabinetten.
Globale economische principes én de it-revolutie zorgden voor exponentiële economische groei met een heleboel nare bijwerkingen voor mens en natuur. Helaas konden ook sommige coöperaties hun authenticiteit niet bewaren.
Navigare necesse est! Maar wie kan er nog sturen als de economische zee het verkeerde kanaal blijkt te zijn? Wie heeft er nog ‘mens’ en ‘natuur’ op haar kompas staan?
Het antwoord vinden we bij de eerste vrouwelijke Nobelprijswinnaar voor economie nota bene (…), Elinor Ostrom.
Zij won in 2009 de Nobel Prijs voor haar baanbrekende analyses van ‘commons’, coöperatieve samenwerkingen waar ook ‘onze’ Tine de Moor onderzoek naar doet. Uit Ostroms studies blijkt overduidelijk dat bij het managen van gezamenlijke belangen niet de overheid noch grote marktpartijen tot de meest inventieve en duurzame oplossingen komen; nee het zijn groepen gewone mensen, betrokken bij het op te lossen vraagstuk, die dan het best presteren! Daarom pleitte Ostrom voor het spreiden van macht, zoals in coöperaties het geval is. NCR heeft inmiddels een schat aan informatie over hoe je groepen leden kunt faciliteren om tot wijze beslissingen te komen. Wijs in de zin van: goed voor het lid, goed voor de coöperatie en goed voor het grote geheel, waar Tom Webb op wijst.
Over 2 jaar bestaat de economie 250 jaar. De mens bestaat 2,5 miljoen jaar. De aardenatuur 4,5 miljard jaar. Wie zou er gelijk hebben, denkt u? Transities moeten sneller. Hier liggen kansen voor coöperaties, zoals Ostrom en wij allen weten. En het scheelt de wereld om de juiste koers te kiezen. Die van de werkelijke wereld! Coöperatoren aller landen, navigeren maar!
Reacties