De coöperatieve economie is kleiner dan de competitieve economie. Dit leidt mede tot grote maatschappelijke problemen. De oorzaak is een eeuwenlange eenzijdige focus op de kracht van het individu. En een verwaarlozing van een tweede fundamentele levenskracht: wederzijdse hulp in samenwerkingsverbanden. Onze tijd had er anders uit kunnen zien als we de afgelopen 100 jaar Pjotr Kropotkin serieuzer hadden genomen.
Stel dat we 100 jaar geleden meer waarde hadden gehecht aan de inzichten van een visionaire geograaf, wat zou dat hebben betekend voor de coöperatieve economie? Er is altijd competitie geweest en ook altijd coöperatie. Hoe kan het dat in onze tijd het begrip competitie zo overweldigend is en dat het merendeel van de economie nog niet coöperatief is? Onderlinge strijd Het antwoord vinden we in de evolutieleer. Darwin heeft gewonnen van Kropotkin (1842-1921). Althans de ‘one liners’ van Darwin, zoals ‘survival of the fittest’. Het recht van de sterkste zou gelden. Later is Darwins uitspraak genuanceerd. ‘The fittest’ werd ‘die zich het beste aanpast aan de omstandigheden.’ Een stuk vredelievender maar nog altijd een competitief vertrekpunt. Onze neoliberale markteconomie berust volledig op deze visie. Neem de recente voorbeelden van de private equity-overname van openbaar vervoer (Arriva) of de Bermuda-gang van Aegon (voormalig coöperatieve verzekeraar). Vanuit Darwinistische perspectief, het vrije-markt-perspectief, is hier niks aan de hand: alles is competitie.
U kunt inloggen om de pagina te bekijken. Als u geen NCR-lid bent, kunt u een artikel/document aanvragen.
Artikel/document aanvragen
Wilt u een account aanmaken?
Registreer