Ga door naar hoofdcontent
NieuwsNieuwe bestuursstructuur LTO Noord

Nieuwe bestuursstructuur LTO Noord

Dinsdag 14 januari 2025Afbeelding Nieuwe bestuursstructuur LTO Noord

De ledenraad van LTO Noord stemde op vrijdag 13 december 2024 in met een nieuwe bestuursstructuur. De gedachte hierachter is dat de organisatie leden meer wil betrekken bij de vereniging en de lobby. Er wordt ingezet op kortere bestuurlijke lijnen, een plattere structuur en meer kracht in de provincie. ‘We maken de organisatie eenvoudiger. De inrichting van de lokale afdelingen blijft ongewijzigd, maar regionaal en landelijk is sprake van een andere opzet’, licht Bestuurssecretaris Eduard de Bruijn toe.

Het algemeen bestuur en de regiobesturen smelten samen tot een algemene bestuurslaag. Daarnaast wordt het provinciaal overleg zwaarder opgetuigd. De provinciaal voorzitter gaat direct deel uitmaken van het algemeen bestuur. De Bruijn: ‘De vacatures voor provinciaal voorzitter en provinciaal vicevoorzitter stellen we als eerste open. Zo kunnen we de lobby en belangenbehartiging effectiever uitvoeren in de provincies en bij de waterschappen, waar veel beleid vandaan komt.’ Het streven is om vanaf 1 juli 2025 vanuit de veranderde structuur te werken.

Samenwerken op vier thema’s

Naast een ‘plattere’ organisatie wil LTO Noord uniformer werken. ‘Zo gaan we LTO-breed (samen)werken aan de hand van vier thema’s: Platteland & Omgeving, Water & Bodem, Natuur, Klimaat & Energie en Mens, Ondernemerschap & Onderwijs. Als werkorganisatie opereerden we afgelopen jaar al zo, vanaf nu gaan we ook bestuurlijk zo werken. Efficiënter en effectiever’, zegt de secretaris.

In het algemeen bestuur zitten straks ook de negen provinciaal voorzitters, naast de jongerenvertegenwoordiger, vicevoorzitter en voorzitter. Van hen wordt verwacht dat zij een of meer van de vier thema’s op zich nemen. Op die thema’s hebben de provinciaal voorzitters dan ook afstemming met de LTO-afdelingen.

De ledenraad heeft verder besloten dat provinciaal bestuurders niet per se agrarisch bedrijfseigenaar hoeven te zijn. ‘Dat betekent dat ook andere leden kunnen zich melden, zoals partners of mensen die vanuit een andere functie een grote betrokkenheid en affiniteit hebben bij de sector en vereniging. Hiermee vergroten we het bestuurlijk potentieel.’